Saniwijzer

Nieuwe sanitatie in de praktijk

Kosten en baten van het project

Waterschap en gemeente zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het afvalwaterbeheer. De gemeente zorgt voor de inzameling en het transport (riolering), en het waterschap voor de zuivering. Zij dragen de kosten en kunnen die via de rioolbelasting en de zuiveringsheffing doorberekenen aan de burger.

Kostenverdeling

Bij nieuwe-sanitatiesystemen kan het zo zijn dat er uit efficiency-oogpunt minder riolering wordt aangelegd, maar in plaats daarvan wel een decentrale zuivering. Omdat de gemeente verantwoordelijk is voor de riolering en het waterschap voor de zuivering, zou dat ertoe kunnen leiden dat de gemeente een financieel voordeel heeft, terwijl het waterschap juist extra kosten zou moeten maken.

Een dergelijke situatie deed zich ook voor aan het eind van de vorige eeuw toen er - in het kader van het IBA-beleid - veel IBA’s zijn aangelegd. Om de kosten evenwichtig te verdelen, zijn toen tussen waterschappen en gemeenten afspraken gemaakt. In veel gevallen werden de aanlegkosten van de IBA betaald door de gemeente en kwam het beheer ten laste van het waterschap. Maar dit kan per waterschap verschillend geregeld zijn. Hoe het in uw situatie is geregeld kunt u navragen bij uw waterschap.

De overheden gingen er bij deze regeling van uit dat zij zelf initiatiefnemer en uitvoerder waren, en dus samen de kosten moesten dragen. Bij nieuwe sanitatie kunnen nu ook andere partijen betrokken raken. Zij kunnen mee-investeren, de voorziening beheren, of grondstoffen en energie uit afvalwater terugwinnen. Het plaatje van kosten en baten wordt daarmee veel ingewikkelder.

Directe kosten en baten

De directe kosten van een project betreffen eenmalige investeringskosten en jaarlijkse kosten voor beheer, onderhoud en afschrijving. De baten van een project zijn de opbrengsten van bijvoorbeeld energie en grondstoffen. Het verwerken van afvalwater is een maatschappelijke dienst waarvoor een vergoeding kan worden gevraagd. Deze vergoeding is eveneens een bate. Indien er bij een innovatief project sprake is van een subsidie, dan kan deze worden afgetrokken van de kosten.

Binnen een project zullen de kosten en baten over de deelnemende partijen verdeeld moeten worden. Wat voor de één een kostenpost is, kan voor de ander een opbrengst zijn.

Indirecte kosten en baten

Aan een project kunnen ook indirecte kosten en baten worden toegerekend. Indirecte kosten zijn bijvoorbeeld de afschrijvingskosten van reeds gedane investeringen in riolering en zuiveringsinstallaties, die na aanleg van het project niet meer ten volle benut worden. In hoeverre het reëel is deze kosten toe te schrijven aan een project, hangt ook af van eventuele ontwikkelingen elders waardoor de geïnstalleerde capaciteit alsnog kan worden benut.

Indirecte baten zijn bijvoorbeeld de uitgespaarde kosten voor het niet hoeven uitbreiden van een bestaand rioolstelsel. Het meerekenen van dit soort indirecte kosten is vooral van belang bij grotere projecten. Bij kleinere projecten (< 500 i.e.) is de omvang van de indirecte kosten vaak zo beperkt dat dit niet zinvol is.

LCA

Voor een goede kosten-batenanalyse is het van belang de totale levensduur van de installatie in beschouwing te nemen. Een voorziening met lage investeringskosten kan veel hogere beheer- en onderhoudskosten vergen (en andersom). Een volledige levenscyclusanalyse (LCA) is gewenst.

Rekenmodel

Waternet heeft een rekenmodel ontwikkeld waarmee de kosten en baten voor grotere projecten goed kunnen worden doorgerekend. Daarbij vindt een uitsplitsing plaats van de kosten en baten per projectpartner en wordt rekening gehouden met de verschillende periodes van afschrijving. Meer over dit rekenmodel vindt u hier.

Terug