Saniwijzer

Nieuwe sanitatie in de praktijk

Beleid

Het beleid van waterschappen en gemeenten ten aanzien van de waterketen is vastgelegd in waterbeheerplannen, gemeentelijke rioleringsplannen en waterketenakkoorden. Dat beleid kan, afhankelijk van de lokale situatie, sterk verschillen. Het is daarom bij elk initiatief noodzakelijk om bij gemeente en waterschap na te gaan wat het beleid ten aanzien van de waterketen precies is.

Uiteraard verandert het beleid met de jaren. Dat hangt samen met maatschappelijke ontwikkelingen. In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw was het beleid er in het algemeen op gericht zoveel mogelijk percelen op de riolering aan te sluiten. In het buitengebied heeft dat geleid tot de aanleg van veel drukriolen.

De laatste jaren wordt er steeds vaker aan getwijfeld of die investeringen wel effectief en efficiënt zijn geweest. De vraag naar duurzaamheid, minder regeldruk van bovenaf en een grotere kosteneffectiviteit neemt toe. Dat leidt ertoe dat veel waterschappen en gemeenten in hun beleid ruimte scheppen voor decentrale oplossingen en gebiedsgericht maatwerk.

Waterschappen

Alle waterschappen hebben een waterbeheerplan. Hierin zijn de kwaliteitsdoelstellingen voor het oppervlaktewater vastgelegd. In veel gevallen is er ook het beleid ten aanzien van de rioolwaterzuiveringen in vastgelegd. Steeds meer waterschappen hebben bovendien een apart waterketenbeleid: daarmee zoeken ze samenwerking met de zogeheten ketenpartners. Dat zijn vooral gemeenten, maar ook bijvoorbeeld drinkwaterbedrijven.

Gemeenten

Gemeenten legden hun beleid op het gebied van hemelwater, grondwater en afvalwater vast in gemeentelijke rioleringsplannen (GRP) en tegenwoordig steeds meer in integrale stedelijke waterplannen. Hierin zijn naast een systeembeschrijving en beheermaatregelen ook de investeringen in het rioolsysteem voor de komende jaren opgenomen. Met de nieuwe omgevingswet (2024) is een dergelijke planvorm niet langer verplicht. Daarvoor in de plaats komt een omgevingsvisie. In de tussentijd zullen echter de vigerende plannen van kracht blijven.

Afstemming

De samenwerking tussen gemeenten en waterschappen kwam de afgelopen jaren geleidelijk aan steeds beter op gang. In 2010 hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen afspraken gemaakt over een verdere optimalisatie in de waterketen. Die afspraken zijn uitgewerkt in het Bestuursakkoord Water (2011) en in de Routekaart Waterketen 2030. Zie de websites van VNG en de Unie van waterschappen. De meeste gemeenten en waterschappen stemmen het rioleringsbeleid en het zuiveringsbeleid nu op elkaar af.

Daarnaast hebben overheden, bedrijven en instellingen afspraken gemaakt over energiebesparing in de Meerjarenafspraak Energie.

Landbouw

In het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer tenslotte hebben de waterbeheerders, de land- en tuinbouworganisaties (LTO) en de ministeries van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu afspraken gemaakt over een actievere rol van de landbouw in het toekomstig waterbeheer.

De omgevingswet

De Omgevingswet bepaalt dat de huidige structuurvisies en milieubeleidsplannen opgaan in een omgevingsvisie, waarin op hoofdzaken het integrale beleid voor de fysieke leefomgeving staat. Per gemeente komt er een omgevingsplan waarin de huidige bestemmingsplannen plus de gemeentelijke verordeningen met regels over de leefomgeving worden opgenomen. Verder komen er omgevingswaarden. Dat zijn meetbare of berekenbare maatstaven voor de staat van de fysieke leefomgeving.

Het hele bouwwerk aan beleid en regelgeving op gebied van stedelijk waterbeheer moet opnieuw zijn plek vinden. Daarin passen ook nieuwe afspraken tussen waterschappen en gemeenten met betrekking tot het afvalwaterbeheer. Tot dat dit bekrachtigd is blijven de oude plannen en afspraken van kracht.

Terug