Saniwijzer

Nieuwe sanitatie in de praktijk

Inzameling en verwerking

Behandeling van huishoudelijk afvalwater

De Wet milieubeheer (Wm) bepaalt dat (huishoudelijk) afvalwater een afvalstof is; het lozen ervan is aan strikte regels gebonden. Die nadere regels zijn opgenomen in het Besluit lozing afvalwater huishoudens. Uitzonderingen op de algemene regels zijn mogelijk mits wordt voldaan aan de voorwaarden in de Waterwet of de Wet milieubeheer. In alle gevallen is het aan het bevoegd gezag (in de meeste gevallen het waterschap of de gemeente) om te oordelen over eventuele uitzonderingen. Met de wettelijke zorgplicht geeft Nederland invulling aan de EU-richtlijn stedelijk afvalwater (1991).

Inzameling van afvalwater

Gemeenten hebben op grond van artikel 10.33 Wm een zorgplicht ten aanzien van de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Sinds de inwerkingtreding van de Wet op de Gemeentelijke Watertaken per 1 januari 2008 hebben gemeenten meer flexibiliteit gekregen en kunnen zij in plaats van aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool ook gebruik maken van afzonderlijke systemen of andere passende systemen als daarmee eenzelfde graad van milieubescherming wordt bereikt.

In het derde lid van artikel 10.33 Wm is de mogelijkheid van ontheffing van de zorgplicht opgenomen. De provincie is de bevoegde instantie voor het verlenen van deze ontheffing. Van de ontheffingsmogelijkheid wordt met name gebruik gemaakt voor de buiten de bebouwde kom gelegen gebieden (het buitengebied) waar de kosten voor aanleg van riolering aanzienlijk kunnen zijn. In de gebieden waar de gemeente ontheffing heeft gekregen van de zorgplicht moet de houder van het afvalwater zelf zorgen voor de verwijdering van het afvalwater. Zie ook de website van InfomilDeze provinciale ontheffingsbevoegdheid vervalt met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Waterschap en gemeente kunnen dan zelf bepalen welke voorzieningen adequaat zijn.

Een meer uitgebreide analyse van de mogelijkheden om binnen de kaders van de huidige wetgeving in het buitengebied af te zien van drukriolering en daarvoor in de plaats lokale voorzieningen te plaatsen is weergegeven in de 'Notitie wet- en regelgeving duurzame sanitatie Blankenham'In bijlage 2 van het rapport 'Keuzes bij de omgang met afvalwater in het buitengebied' is de wet- en regelgeving geactualiseerd ten aanzien van de nieuwe omgevingswet.

De gemeentelijke zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater blijft overeigens ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet onverkort van kracht (artikel 2.16 lid 1a 3 Ow).

Zuivering van afvalwater

Het waterschap heeft de zorg voor de zuivering van stedelijk afvalwater, dat via het openbare vuilwaterriool wordt aangeboden. Voor de zuivering wordt gebruik gemaakt van een zuiveringtechnisch werk (rioolwaterzuiveringsinstallatie, RWZI) wordt aangeboden. Deze zorgplicht tot zuiveren sluit direct aan op de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater.

In hoofdstuk 3 van de Waterwet is de organisatie van het waterbeheer in Nederland opgenomen. Op grond van artikel 3.4 Waterwet, in samenhang met artikel 1, lid 2 van de Waterschapswet, heeft het waterschap de zorg voor de zuivering van stedelijk afvalwater, dat via het vuilwaterriool wordt aangevoerd.

De rioolwaterzuivering kan door het waterschap zelf beheerd worden maar ook door anderen. Het waterschap blijft wel verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke verplichtingen.

De feitelijke exploitatie van het zuiveringtechnisch werk (de RWZI) kan worden uitbesteed aan een ander rechtspersoon. De zorg voor de zuivering van stedelijk afvalwater kan ook bij een gemeente worden neergelegd, als het waterschap en de betrokken gemeente het daarover eens zijn en als dat doelmatiger is.

Samenwerking

De taken van de gemeente en het waterschap komen heel dicht bij elkaar op het terrein van stedelijk afvalwater en daarom zal vaak nauw worden samengewerkt.

De wet- en regelgeving met betrekking tot riolering en zuivering van afvalwater is met de nieuwe Omgevingswet, die in 2024 van kracht wordt, aan veranderingen onderhevig. In de toekomst zal er meer ruimte zijn voor lokaal en regionaal maatwerk dat in samenwerking tussen waterschap en gemeente vorm zal moeten krijgen.

Verwerking tot meststof

Urine en fecaliën zijn technisch gezien goede meststoffen voor de landbouw. We kunnen ze echter niet zomaar als meststof gebruiken. Dit is het gevolg van de Wet milieubeheer (Wm) die urine, fecaliën en huishoudelijk afvalwater als afvalstof bestempelt. Daarmee vallen zij onder de werkingsfeer van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2). Hierin zijn regels opgenomen over het scheiden, opslaan, mengen en eventuele nuttige toepassingen.

Afbeelding Urine in landbouw infobord Anderen met omgeving // afbeelding_urine_in_landbouw_infobord_anderen_met_omgeving.jpg (159 K)
Foto: Anderen | Bron: Bjartur Swart (STOWA)

Door die aanduiding 'afvalstof' is de meest voor de hand liggende toepassing van urine en fecaliën namelijk als meststof aan vergaande restricties gebonden. In Nederland moeten meststoffen voldoen aan de regelgeving, die is samengevat in de Meststoffenwet, het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

Indien afvalwater, urine of fecaliën samen met andere organische stromen (bijvoorbeeld compost of mest) worden vermengd dan geldt de totale stroom als afvalstof en mag zij niet meer als meststof worden aangewend.

Grondstoffen die uit afvalstoffen kunnen worden teruggewonnen mogen alleen als meststof worden aangewend indien deze zijn opgenomen in bijlage Aa van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Inmiddels wordt, met ingang van 2015, struviet gewonnen uit afvalwater erkend als meststof.

Zuiveringsslib is een erkende organische meststof. Dit kan ook slib zijn uit septic tanks en andere installaties voor de verzameling, afvoer en behandeling van afvalwater. Zuiveringsslib mag derhalve als meststof worden aangewend. Het gebruik ervan is aan regels gebonden. Er moet onder andere worden voldaan aan de zogenaamde toetsingswaarden voor de bodem bij gebruik van zuiveringsslib. Doorgaans voldoet rwzi-slib niet aan deze eisen met betrekking tot de zware metalen. Slib uit landelijke gebieden en lokale systemen bevat vaak minder zware metalen. Slib uit de eigen septic tank mag over het eigen land worden uitgereden maar het kan ziektekiemen en wormeieren bevatten; het uitrijden over landbouwgrond voor voedselproductie wordt daarom vaak afgeraden.

Compost is eveneens een erkende organische meststof en kan worden vervaardigd uit allerhande organische grondstoffen. Door het composteren van zuiveringsslib of het maaisel van helofytenfilters of wilgenfilters zouden de nutriënten uit het afvalwater alsnog - maar dan indirect - als meststof terug in de landbouw kunnen worden gebracht.

  • In het rapport 'Perspectieven en knelpunten van zuiveringsslib voor bodemkundig gebruik' worden de kansen voor het composteren van zuiveringsslib uit de meer rurale gebieden en met een brongescheiden sanitatie - vanwege de lagere concentraties aan zware metalen - kansrijker geacht dan in meer geïndustrialiseerde gebieden.
  • De mogelijkheid om met zuiverings-technische werken als bijproduct biomassa te telen (zoals een wilgenfilter) en dit vervolgens te composteren wordt momenteel onderzocht.

Bij gebruik van een helofytenfilter zal de defosfatering voor een deel plaats vinden door adsorptie van de fosfor aan het bodemcomplex. Na verloop van tijd zal het filter geen fosfor meer verwijderen. Het is daarom gebruikelijk na een periode van 30 jaar het substraat in het filter te vervangen. De wet- en regelgeving geven geen richting voor de eventuele toepassing van het uitkomende materiaal. Wellicht kan dit het beste worden vergeleken met het uitrijden van zuiveringslib.

Juridische mogelijkheden

De Universiteit Utrecht heeft, in opdracht van de Provincie Flevoland, een onderzoek uitgevoerd getiteld ‘De juridische mogelijkheden van alternatieve afvalwatervoorzieningen’. Gekeken is naar wat juridisch mogelijk is op het vlak van individuele en collectieve afvalwaterzuiveringssystemen. De focus ligt hierbij op Oosterwold, maar de bevindingen zijn ook voor andere gebieden interessant.

Terug