Saniwijzer

Nieuwe sanitatie in de praktijk

Beheer en onderhoud van decentrale systemen

Net als een grote RWZI vergen decentrale systemen regelmatig beheer en onderhoud. Dit beheer en onderhoud bestaat uit het houden van toezicht op het goed functioneren, optreden in geval van storingen, periodiek uitvoeren van beheersmatige activiteiten (maaien van een helofytenfilter of afvoeren van slib uit een voorbezinktank), laten uitvoeren van periodiek onderhoud (aan pompjes en elektrotechniek) en desgewenst vervangen hiervan.

Hoeveel onderhoud is er nodig?

De mate waarin beheer en onderhoud nodig is, verschilt sterk, evenals de kennis die ervoor nodig is om dit beheer en onderhoud uit te voeren. Robuuste systemen met weinig bewegende delen vergen weinig aandacht en kunnen volstaan met een controle van eens per jaar. Zeer geavanceerde systemen vragen daarentegen juist een bijna permanente aandacht van gespecialiseerde medewerkers, zeker als dit grotere systemen zijn.

Hoe groter het systeem, hoe groter ook de impact zal zijn bij niet goed functioneren. Grotere systemen vragen daarom altijd meer controle dan kleinere.

Online controle

Online monitoring en controle is sterk in opkomst. Dit maakt het mogelijk data rechtstreeks naar de leverancier of beheerder te sturen, waarna kan worden ingegrepen. Ook sturing op afstand, bijvoorbeeld meer of minder beluchting, is mogelijk.

Lokale betrokkenheid

Eenvoudige beheermaatregelen – zoals het maaien van een helofytenfilter, periodiek controleren van pompput en afvoer, en verwijdering van slib – kunnen vaak door een lokaal rioolbedrijf of aannemer worden uitgevoerd. Dagelijks toezicht is, zeker bij online monitoring, eigenlijk niet nodig. Maar als de bewoners direct betrokken zijn bij de realisatie van het project zijn zij vaak bereid een (extra) oogje in het zeil te houden, de installatie regelmatig te inspecteren en eenvoudige beheerwerkzaamheden uit te voeren.

Terug